De afgelopen jaren heb ik meerdere malen gewerkt op een echte jongensgroep en ook nu werk ik op een groep waar voornamelijk jongens in zitten (15 jongens tegenover 4 meiden). Eerlijk is eerlijk, werken op een bso-groep met overwegend jongens is echt anders dan op een meer gemengde groep of op een groep met overwegend meiden.
Verschillen tussen jongens en meiden
Hoe je het ook wendt of keert; er zijn verschillen tussen jongens en meiden. Natuurlijk zijn niet alle jongens en alle meiden hetzelfde en zijn er grote verschillen tussen individuele kinderen. Maar in zijn algemeenheid kun je zeggen dat jongens een grotere bewegingsdrang hebben, dat ze wilder en impulsiever zijn en tijdens het spel meer ruimte innemen dan meiden. Jongens zijn prestatie- en competitiegericht en meten zich graag met anderen. Jongens ontdekken de wereld om zich heen door te doen, leren door uitproberen en vinden het moeilijk(er) om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Wil je meer weten over de verschillen tussen jongens en meiden? Op internet zijn verschillende artikelen o.a. van Louis Tavecchio en Martine Delfos over dit onderwerp te vinden.
Lastig stilzitten
Bij ons gaan de twee oudste bso-groepen uit school eerst fruit eten en daarna buiten spelen. Op de andere groep (met driekwart meiden) eten de kinderen aan tafel fruit . De kinderen van mijn groep gaan echter al etend en drinkend het hele lokaal door. Glazen worden ingeschonken en in de steek gelaten omdat ze iets zien waar ze naar toe willen. De appeltjes worden al lopend of bouwend opgegeten. Hoewel dit heel onrustig lijkt, geeft het mogen bewegen rust in de groep. Kinderen die het nodig hebben kunnen alvast hun energie kwijt zonder dat wij mopperen dat ze moeten blijven zitten. De sfeer blijft goed en we starten de middag positief.
Ruimte
Jongens hebben in hun spel veel ruimte nodig. Waar meiden geneigd zijn buiten in kleine groepjes bij elkaar te blijven gaan jongens het hele plein over. Hoe meer fysieke ruimte jongens hebben, hoe minder irritatie er onderling ontstaat. Ik merk dat jongens die op ons kleine bso-plein wat ruziën en elkaar dwars zitten dit in het park niet doen. Met meer ruimte om zich heen gaan ze vaak prettiger met elkaar om.
Alles is een wedstrijd
Jongens zijn dol op competitie en willen graag laten zien hoe sterk, snel, slim of stoer ze zijn. Ze zijn megablij wanneer ze eerder dan hun klasgenootjes op de bso zijn. Ze rennen altijd op de trap om maar de eerste te zijn. En als we ergens naar toe lopen, rennen ze altijd vooruit om te kijken wie het snelst is. Hoewel ik de competitiedrang niet altijd kan volgen, doe ik er graag mijn voordeel mee. Als je namelijk bij een jongensgroep van het opruimen een wedstrijd of weddenschap maakt, ruimen ze opeens snel en goed op.
Hij begon!
Jongens kunnen zich minder goed voorstellen wat er in de ander omgaat. Hierdoor komt gedrag van een ander vaak uit de lucht vallen. Bij ruzietjes roepen ze dan ook standaard dat ‘hij begon’. Bij het nabespreken van een ruzie kan het fijn zijn om met jongens de volgorde van de gebeurtenissen door te bespreken. Door vragen te stellen als ‘en wat deed je toen?’ help je de jongens inzicht te krijgen. De ruzie is dan ook zo weer vergeten.
Waarom ik dol ben op mijn jongensgroep!
Ik vind werken op en met een jongensgroep heerlijk. Ik geniet van hun tomeloze energie, verwonder me over hun denkprocessen en lach volop om hun grappen en streken. Ik ben dol op ‘jongensactiviteiten’ en voetbal en stoei graag met ze mee. Doordat ze de wereld al doende en uitproberend ontdekken doe ik zelf ook vaak nieuwe inzichten en ideeën op.