Ik roep vaak dat ik de leukste groep van het dagverblijf heb, met de leukste, grappigste en gezelligste kinderen. Eerlijk is eerlijk, de afgelopen twee maanden heb ik daar op maandag regelmatig anders over gedacht. De maandagen waren namelijk helemaal niet meer zo gezellig en de sfeer leek steeds vervelender te worden.

Hoe de sfeer bepaald wordt

Op maandag heb ik momenteel 8 kinderen, een leuk klein clubje. Echter 5 van deze 8 zitten in dezelfde klas. In die klas lijkt het de laatste tijd niet zo gezellig te zijn. Van kinderen en ouders hoor ik verhalen over pesten en onrust. Dit alles lijkt ook zijn weerslag op mijn bso-groep te hebben. De 9-jarige Enzo uit deze klas heeft altijd al veel moeite met het verwerken van prikkels. Davey zit door de spanningen in de klas slecht in zijn vel en is steeds vaker boos. Zij, maar ook anderen, zijn soms al overprikkeld en chagrijnig als ze op de bso komen. Daardoor lukt het ze bijna niet om nog gezellig in de groep mee te draaien. Het resultaat: ruzietjes, onderlinge spanningen en vervelende opmerkingen.

Mijn eigen rol

Door de spanning en ruzietjes in de groep werd ik zelf steeds mopperiger. Mijn gevoel voor humor raakte ik een beetje kwijt. Ik kon voorvalletjes minder goed relativeren en was voor mijn gevoel alleen nog maar aan het mopperen. Zo kwamen we als groep in een soort cirkeltje terecht. De groep was gespannen en mopperig, hierdoor werd ik gespannen en mopperig waardoor de spanning (en dus ook het gemopper) van de kinderen weer erger werd…. Tijd om dit cirkeltje te gaan doorbreken en de sfeer te verbeteren.

Verandering

In dit geval ben ik heel bewust begonnen bij mezelf. Wat er in de klas gebeurt en de invloed die dit op de kinderen heeft, kan ik niet veranderen. Wel kan ik mijn reactie veranderen. Juist op maandag let ik er heel bewust op dat mijn bso-kids zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelen. Ik geef complimenten waar dat kan, en reageer rustig en warm op spanningen en ruzietjes.

Praktische aanpak

Bij binnenkomst vraag ik aan ieder kind of het fijn was op school. Kinderen die er behoefte aan hebben, nodig ik uit om te vertellen of krijgen even extra aandacht of een dikke knuffel. Zeker bij Davey merk ik dat hij mij vaker opzoekt voor bevestiging of een knuffel. Merk ik dat kinderen heel gespannen zijn, dan moedig ik hen aan tijdens het eetmoment te bewegen zodat ze een deel van de spanning kwijt raken.

Wordt er een vervelende opmerking gemaakt of ontstaat er ruzie, dan reageer ik hier kort en duidelijk op en benoem welk positief gedrag ik wil zien. Ik gebruik zo min mogelijk woorden en ga daarna verder met de activiteit of het gesprek waarmee we bezig waren. Soms doe ik ook bewust een stapje terug. Enzo raakt soms overprikkeld na opmerkingen van andere kinderen en wil dan niet meer mee doen. Timo of Thijs is dan vaak degene die hem vraagt om weer mee te doen en tegen de anderen zegt dat ze niet meer moeten zeuren. Zo is er dan weer een ruzietje opgelost zonder dat ik mopper.

Iedere week weer gezelliger

Gelukkig merk ik dat het weer gezelliger wordt op maandag. Er zijn bijna geen ruzietjes meer en er wordt minder over elkaar gemopperd en gezeurd. Toen het vorige week maandag heel de middag regende, is het zelfs gelukt om zonder dat er ruimte was om even uit te razen gezellig heel de middag met zijn negenen spelletjes te doen. Ik heb daar zo van genoten!

Gerelateerde berichten