Volgens een onderzoek van The Hague University zijn peuters in de kinderopvang tijdens een uur buiten spelen gemiddeld maar 12 minuten actief aan het bewegen. Afgaande op wat ik dagelijks in de praktijk zie, denk ik dat dit ook voor de kinderen op de bso geldt. Sterker, ik denk dat het aantal beweegminuten bij sommige kinderen wellicht nog lager ligt.

Bij de oudste bso-kinderen (7-12 jaar) merk ik dat de verschillen tussen hoe de jongens en de meisjes buiten spelen erg groot is. Bij ons op de bso spelen alle kinderen aan het begin van de middag een half uurtje buiten. De meeste jongens zijn dan aan het voetballen, spelen tikkertje of doen pakspelletjes. De meiden staan meer in groepjes bij elkaar, ze kletsen, vlechten elkaars haren, spelen restaurantje of doen een spelletje mens-erger-je-niet aan onze speltafel. In een half uur buitenspelen, zijn zij dus nauwelijks in beweging.  Daarnaast zie je dat deze meiden binnen vaak voor activiteiten als koken en knutselen kiezen. Je hebt dus een groep kinderen die wel wat hulp kan gebruiken om in beweging te komen.

Misschien wel de belangrijkste tip: geef zelf het goede voorbeeld! Ga niet aan de kant toekijken terwijl de kinderen buiten spelen, maar doe mee met tikkertje of ga lekker mee voetballen. Wanneer jij enthousiast aan het bewegen bent, nodigt dit kinderen uit om ook mee te gaan doen. Bied daarnaast tijdens vrij spel beweegspelletjes aan. Ga met de kinderen elastieken,  hinkelen, hoepelen, springtouwen of doe overlopertje. Als je zelf met een paar kinderen begint, zul je zien dat de groep steeds groter wordt en dat ook de minder actieve kinderen in beweging komen.

Voeg (extra) beweging toe aan andere activiteiten. Hang quizvragen verspreid op je speelplein op, laat de kinderen naar de vraag toe rennen en daarna weer terug om het antwoord op te schrijven. Verstop de puzzelstukken voor een escaperoomspel; eerst rondrennen en zoeken in het park, en dan pas puzzelen. Laat kinderen opdrachten doen als rondjes rennen of hinkelen. Hoe langer ze het volhouden, hoe meer tijd ze hebben voor de volgende opdracht (varianten hierop gebruik ik vaak bij Wie is de Mol). Ga samen boodschappen doen voor je kookactiviteit of ga eerst samen kastanjes zoeken voordat je er iets leuks mee knutselt. Alle beetjes beweging helpen!

Een andere manier om kinderen die zelf niet vaak voor sport en spel kiezen in beweging te krijgen zijn speurtochten. Een scavenger hunt, buurtbingo, een fotospeurtocht, kleurenspeurtocht of gewoon een traditionele speurtocht waarbij je de pijlen volgt. Het maakt niet uit welke variant, bijna alle kinderen vinden alle speurtochten leuk. Ongemerkt zetten de kinderen (en jijzelf) heel wat extra stappen en zijn jullie lekker in beweging.

Hoe zetten jullie de bso-kinderen in beweging? Ik ben benieuwd!

Gerelateerde berichten