Zoals bijna iedere dag ben ik met een groep jongens in het park. De eerste tien minuten komen we nog niet aan een activiteit toe. Thijs probeert Timo neer te halen, Sander zit Bram achterna en Davey en Floris rollen over de grond. Er wordt geduwd en getrokken, op elkaar gesprongen en omver geduwd en ik laat het heerlijk begaan……

Rangorde

Jongens bepalen de rangorde in de groep door competitie. Als ze nog jong zijn vooral door stoeien, duwen en trekken en vechten. Naarmate ze ouder worden door (verbale) competitie en doe-dingen. Als je sterker groter, sneller of slimmer bent, kom je als jongen hoger in de jongensrangorde. Als je jee verbaal beter kunt uiten, grappiger bent, een vriendinnetje hebt etc. Dat is hoe jongens zich sociaal tot elkaar verhouden. Het schept duidelijkheid en ieder leert zijn plaats kennen.

Ieder kind zijn eigen plaats

Iedere jongen in de groep heeft zijn eigen plaats in deze rangorde. Timo staat bij mij in de groep duidelijk bovenaan. Hoewel hij net iets jonger en kleiner is dan Thijs is hij sneller, verbaal sterker en beter in sport, waardoor hij in de rangorde boven Thijs staat. Sander staat onderaan, hij is een van de jongsten, heerlijk dromerig en slecht in sport. Vandaar zijn plaats onderaan de rangorde, wat trouwens niet hetzelfde is als er niet bijhoren of buitengesloten worden. Een kind dat onderaan de rangorde van een groep staat, hoort er wel degelijk bij. Hij wordt erkend, doet mee en wordt waar nodig geholpen of beschermd. Meisjes maken meestal geen deel uit van de rangorde, zij nemen een aparte plaats in groep in. Zij kunnen daardoor bij een groep jongens horen zonder dat zij de competitie aan hoeven te gaan met de jongens.

Rangorde staat niet vast

Die rangorde wordt in nieuwe situaties vaak opnieuw gecheckt, zeker door de kinderen die de middenmoot van de rangorde vormen. In de middenmoot is niet altijd duidelijk wie boven of onder de ander staat. Vandaar dat er bij binnenkomst op de groep na schooltijd, maar ook als we naar het park gaan of wanneer we net groepjes gemaakt hebben veel onderling geduwd en getrokken wordt. Soms vind ik dit best irritant maar de ervaring leert mij dat jongens dit echt even nodig hebben. Met stoeien, duwen en trekken kunnen ze een deel van de opgespaarde energie kwijt en daarna weet iedereen weer waar hij staat.

Doorbreken?

Vroeger probeerde ik dit gedrag vaak te doorbreken. Ik ergerde mij eraan en vond het ten koste van de activiteit gaan. Het resultaat? Een mopperende, gefrustreerde pm’er en gefrustreerde kinderen die tijdens de activiteit gewoon verder gingen met duwen en trekken. Niet echt goed voor de sfeer in de groep en ook de activiteit werd er niet leuker op. Nu ik besef dat dit gedrag voortkomt uit het vaststellen van de rangorde en dat deze rangorde de kinderen duidelijkheid en veiligheid biedt, laat ik het begaan. Daarbij let ik wel altijd op dat het duwen en trekken geen vechten wordt! Na vijf of tien minuten stopt het  meestal vanzelf of wordt het doorbroken door een van de leiders van de groep. In de tussentijd maken we de teams en zetten we het veld klaar zodat we vrolijk aan de activiteit kunnen beginnen.

Gerelateerde berichten