GGD-inspecteurs zijn onder veel pedagogisch medewerkers, leidinggevenden en houders niet geliefd. Het zijn mierenneukers, ze leggen op elke slak zout en ze hebben zeker weten geen leven, want anders zouden ze jouw leven toch niet zo verzieken? Wekelijks hoor ik verschillende mensen klagen over die verschrikkelijke mensen die inspecteurs kinderopvang zijn. De één vindt dat ze erop uit zijn om het bedrijf kapot te maken, de ander vindt ze bekrompen en weer een ander zegt dat ze alles bij elkaar liegen. Het ligt altijd aan de inspecteur, zij hebben de ‘macht’, zij zijn diegene die alles ‘kapot’ maken.
Absoluut, want wij uit de kinderopvangwereld zijn perfect. Wij maken nooit fouten en we leven allemaal de Wet kinderopvang letter voor letter na, want deze kennen we immers allemaal uit het hoofd! Wij rijden ook nooit te hard in de auto, betalen altijd parkeerkosten en gooien nooit iets op straat. Ondernemers en werknemers in de kinderopvang zijn perfect, uitmuntend, engelen en goden.
Heerlijk, zwart-wit neergezet, maar toch merk ik dat dit in de praktijk gebeurt. Met name de ‘ik doe niets fout’-houding en ‘zij zijn verschrikkelijk’ lijkt momenteel erg hip in kinderopvangwereld Zo zie ik regelmatig dat houders of leidinggevenden echt heel boos zijn op de inspectie. Wanneer ik aangeef dat ik het met hen eens ben of van tevoren een tekortkoming ten aanzien van de Wet kinderopvang constateer zijn ze juist blij. Blij dat ik meld dat iets niet helemaal gaat zoals het hoort en zij dit moeten veranderen. Ik denk dan ook soms dat houders en leidinggevenden niet zozeer boos zijn, omdat zij op de tekortkomingen worden gewezen, maar omdat het openbaar wordt gemaakt. Dat het zwart op wit staat en voor iedereen inzichtelijk is.
De GGD-inspecteur
Is de GGD-inspecteur echt zo verschrikkelijk? Is de GGD hier om de houders van kinderopvangorganisaties het lastig te maken of het leven te verzuren? Absoluut niet, de GGD is hier met dezelfde reden als iedereen die in de kinderopvang werkt. Zij willen het beste voor de kinderen, zij willen de beste ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen en ook zij willen dat alle kinderen veilig zijn.
Dit alles handhaven doen zij aan de hand van de Wet kinderopvang door het opleggen van eventuele last onder dwangsommen of zelfs boetes. Natuurlijk is het complexe materie de Wet kinderopvang, zelfs soms wat onduidelijk hier en daar. Want wat is nou meetbaar? Wat wordt als voldoende gezien en wat niet? Uiteindelijk is het de GGD-inspecteur die beoordeelt of de kinderopvangorganisatie voldoet aan de Wet kinderopvang of niet.
Het moment van de inspectie en de spannende periode na afloop. Hoe zal het rapport zijn? Zal alles naar waarheid zijn ingevuld of hebben ze weer overdreven? Pakken ze me weer op een onbelangrijk detail? Waarschijnlijk allemaal gedachtes die door jullie hoofd gaan. Dat is logisch, want het is een spannende periode, maar wellicht kun je er anders naar kijken. Kijk ernaar op een manier van: zij helpen mij de kwaliteit te verbeteren, zij willen net als mij het beste voor de kinderen en samen bereiken wij dit doel.
De kinderopvangorganisatie
Wij zijn mensen, we maken weleens fouten en kunnen niet alles tot in perfectie regelen. Soms zorgt dit voor een handhaving in het rapport. Groot of klein, het is een handhaving. Vanuit daar begint meestal de volgende discussie: zij hebben geen gelijk, zo is het niet gebeurd. Het wordt een welles-nietes spelletje. Bekijk het eens van de andere kant, durf als houder toe te geven dat je fout zat. Durf toe te geven dat je een steekje hebt laten vallen of dat je niet wist hoe het wel hoorde. Zorg er vervolgens voor dat je groeit en dat dergelijke voorvallen in de toekomst niet meer kunnen gebeuren.
Zorg ervoor dat je minder boos en gestresst wordt van het feit dat er een inspecteur langskomt, zij zijn daar immers met hetzelfde doel als jou. Daarbij zal een vriendelijkere houding van de leidinggevenden of houder en minder stress ook een positieve uitwerking hebben op de pedagogisch medewerkers.
Zorg dat je goed bent voorbereid op een eventuele inspectie, op elk moment van het jaar, op elke dag. Want als jij alles op orde hebt en alles doet zoals het hoort, dan verloopt de GGD-inspectie ook soepel. Natuurlijk is het lastig om als houder objectief te blijven en alles goed te controleren. Daarom biedt ik de voorinspectie aan. Tijdens de voorinspectie kom ik op locatie langs en worden de medewerkers op handelen naar beleid geobserveerd. Daarnaast worden de beleidsstukken beoordeeld. Van deze voorinspectie ontvang je een rapport met daarin de bevindingen. Ik neem daar ook de adviezen met betrekking tot verbeterpunten en groeimogelijkheden in op. Een voorinspectie kan van tevoren tekortkomingen constateren en daarbij kunnen de medewerkers oefenen met een inspectiebezoek, zonder dat er iets zwart op wit openbaar wordt gemaakt en er een handhaving aan vast zit.
Natuurlijk maakt de GGD wel eens een fout, worden er conclusies getrokken die wij niet direct begrijpen. Wat dat betreft is niemand perfect. Het is alleen de manier hoe jij daar als houder of leidinggevende mee omgaat. Ga in plaats van er tegenin eens rustig in gesprek met je inspecteur. Soms helpt het en soms blijf je verbaasd achter met een rapport dat je niet helemaal begrijpt.
Vloek of een zegen?
Geloof mij, de inspecteurs kinderopvang zijn geen verschrikkelijke mensen. Zij hebben een groot hart, liefde voor kinderen en de kinderopvangbranche. Helaas, zijn zij ook gezegend met de taak andere mensen erop te wijzen dat zij niet voldoen aan de Wet kinderopvang. Een boodschap die eigenlijk nooit leuk is, maar wel hard nodig. De GGD-inspecteur is wat mij betreft dan ook zeker een zegen, die helaas soms aanvoelt als een vloek. Uiteindelijk hebben we allemaal als doel een goede kwaliteit binnen de kinderopvang te leveren en daarom is het goed om het ‘zij tegen ons’-beeld los te laten.