Het is mooi weer en de terrassen zitten behoorlijk vol. Ik ben blijkbaar niet de enige die een strandwandeling heeft bedacht. Een man met een meisje (jaar of vier) gaan aan een tafeltje zitten. Zij bestellen een ijsje, een behoorlijk groot ijsje. Halverwege mag vader dan ook de rest opeten. Daarbij hebben de beweegkriebels de overhand genomen en moet zij op onderzoek uit. Op afstand houdt vader zijn dochter in de gaten.
Ik zal het meisje ook wel in de gaten houden klinkt mijn innerlijke stem. Ik schrik er van. Waarom denk ik dit? Er is niets afwijkend aan deze man, waardoor mijn gedachtegang te verklaren is. Had ik ook zo gereageerd wanneer het een vrouw was geweest? Ging mijn vorige blog deels niet over dit thema?
Man en vrouw houden elkaar daardoor juist goed in balans
Ik realiseer mij, dat ik ook gewoon geconditioneerd ben door de maatschappij waarin ik leef, ondanks dat ik dat niet wil. Ik bewonder juist de man in zijn opvoedkeuzes die hij maakt. Over het algemeen zijn vaders wat losser en geven kinderen meer ruimte om te ontdekken. De man en vrouw houden elkaar daardoor juist goed in balans, wat de ontwikkeling van het kind ten goede komt.
Ook de mannen in de kinderopvang bieden kinderen een divers scala aan mogelijkheden om andere talenten naar boven te laten drijven. Juist door hun andere kijk op dingen, aanpak en benadering naar kinderen toe. En ook hier is de combinatie nodig om de weegschaal in het midden te houden.
Voelen mannen zich thuis in de kinderopvang?
Ik vraag mij wel af, hoe vaak mannen in de opvang het gevoel hebben dat er wel ‘even meegekeken wordt’. Vrouwen hebben waarschijnlijk allemaal goede intenties, maar het schept geen vertrouwen. En wanneer dit te vaak gebeurt, kan het zelfs ervaren worden als niet gelijkwaardig. Zal dit ook een reden zijn waarom mannen zich niet zo thuis voelen in de kinderopvang? Ik hoor het graag. Ik zou het namelijk geweldig vinden als er meer mannen in de kinderopvang kwamen en dat het volledig zou worden geaccepteerd.