Zomaar een dinsdagmiddag in maart op een school in Den Haag. Als ik de peuterspeelzaal binnenkom, is de huishoek omgebouwd tot een kasteel. De koning en koningin hebben de ingang geblokkeerd met stoelen en zijn druk bezig met de voorbereidingen van een feest. ´Bruid´ Jonathan is waarschijnlijk ook uitgenodigd, want hij staat in zijn witte bruidsjurk driftig rondjes te draaien, zodat de jurk wind vangt en helemaal bol staat.
In de kring heeft juf Yvonne er een kruiwagen bij gepakt: net als in het prentenboek mogen de kinderen elkaar één voor één een rondje rondrijden. De kleuters gillen van plezier. In kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en in de onderbouw wordt er onbewust al heel veel bewogen wordt door de kinderen. Ik vind het tijdens coachingsmomenten altijd geweldig om te zien dat alle kinderen op hun eigen manier plezier hebben. Heb je ooit wel eens een kind gezien dat niet van bewegen houdt? Ik in elk geval (bijna) niet! Als een kind beweegt zet het niet zijn hele lijf, maar ook zijn hele brein in beweging. Uit steeds meer onderzoeken blijkt hoe belangrijk dat eigenlijk is. Ik geef je graag even een kleine rondleiding door het kinderbrein , om je te laten zien waar die beweging dan allemaal precies zit.
Reptielenbrein
We beginnen bij het ruggenmerg, waar motorische- en sensorische zenuwbanen alle informatie van en naar het brein vervoeren die het kind aanzetten tot beweging. Deze komen uit in de hersenstam, het doorgeefluik van het brein. Samen met de kleine hersenen vormt deze het reptielenbrein: het oudste deel van ons brein, waar alle basale functies zitten die je nodig hebt om te overleven (slapen, eten, voortplanten en… bewegen!). Belangrijk voor jou als pm’er of leerkracht om te weten, want als dit deel van de hersenen niet in orde is (een kind heeft bijvoorbeeld slaap, voelt zich niet lekker of heeft stress) vergeet het leren dan maar…. Als je vermoedt dat het reptielenbrein regelmatig overbelast is bij een kind, doe je er goed aan om dit met ouders bespreekbaar te maken.
Zoogdierenbrein
Als we een trapje hoger in het brein klimmen, komen we uit in het zoogdierenbrein; ook wel het limbisch systeem genoemd. Met dit deel van het brein maakt de peuter/kleuter contact met jou en kun je ervoor zorgen dat hij een band met jou opbouwt. En dat kan heel simpel: Abdul bouwt met blokken een hele hoge toren en op zijn tenen (zijn tong hangt ondertussen ook uit zijn mond…) zet hij het laatste blokje er boven op. Jij roept het uit: ´Zóóó, dát is een hoge toren zeg! Mooi Abdul!´ Abdul reageert hierop met een glimlach van oor tot oor: hij voelt zich trots en competent en daar heb jij voor gezorgd!
Naast een relatie met zijn opvoeder kan een kind in de peuter/kleuterfase ook steeds beter een band opbouwen met zijn groepsgenootjes. Het zal je niet verbazen dat hij dit doet met zijn hele lijf: kinderen stoeien, huppelen, kruipen en klimmen in deze leeftijd samen wat af! Samen bewegen brengt de peuters/kleuters dichter bij elkaar. Omdat ze steeds meer met (in plaats van naast) elkaar spelen, moeten ze ook steeds meer hun gedrag en bewegingen op elkaar afstemmen. Dit samenspel bij bijvoorbeeld samen dansen, klimmen of voetballen vraagt om motorische coördinatie. Naar elkaar kijken, je inleven in de ander en… het delen van succes als het lukt! Allemaal vaardigheden die leiden tot een groter gevoel van saamhorigheid.
Naast het vermogen om ons te hechten aan onze opvoeder zitten ook onze emoties, onze behoefte om te spelen en het vermogen om herinneringen op te slaan in het zoogdierenbrein. Positieve emoties zetten het brein in beweging: ze willen zo snel mogelijk naar al dat moois toe! Dus als jij een kist midden in de kring zet en je je kinderen vertelt dat je niet weet wat er precies in zit, moet je niet vreemd opkijken als binnen een paar seconden alle kinderen zijn opgeveerd van hun stoeltjes om de kist eens nader te inspecteren. Wat je in zo´n situatie vooral moet doen, is genieten van dat moment, want jij hebt ervoor gezorgd dat je al die breintjes letterlijk in beweging hebt gekregen: een groot compliment!
Probeer het gevoel voor orde (en nú allemaal op je stoel blijven zitten!´) dus even uit te schakelen en laat ze even bewegen: misschien werkt een gezamenlijke dans wel om de sleutel van de kist uit een potje te toveren! De positieve energie die je hen geeft, krijg je vervolgens ook écht weer van ze terug.
Mensenbrein
Tot slot gaan we nóg een trapje hoger om uit te komen bij de grote hersenen, ofwel ´het mensenbrein´. Als een kind lekker in zijn vel zit, zijn emoties mag tonen en zich onderdeel voelt uitmaken van de groep is het in staat om daadwerkelijk te leren. Het liefst op een manier waarbij hij zijn hele lijf mag inzetten, want leren doe je niet alleen met je hoofd, maar met je hele lijf! Het peuter/kleuterlijf wordt in beweging gezet door zijn onbedwingbare nieuwsgierigheid naar het ontdekken van nieuwe dingen. Als pm’er of leerkracht speel je hierbij een heel belangrijke rol: door de kinderen (ook letterlijk) de ruimte te bieden en hun speelleeromgeving uitdagend in te richten. Maar vooral ook door ieder kind een veilige en fijne plek te bieden.