Kun je muziek maken met keukenspullen?

Driftig wordt er getikt, geschud en getrommeld met een garde, pan, knoflookpers, pepermolen, vleestang, thee-ei en andere keukenattributen. Een groep kinderen onderzoekt of je zo muziek kunt maken. Tegelijk denken ze na over de vraag: wat is muziek eigenlijk? Kunnen bomen muziek maken? Is regen muziek? Is alles met een ritme muziek? Kun je muziek maken met een boormachine? Of is dat gewoon lawaai? Kortom, er wordt druk gespeeld met geluiden en gedachten. En daar kunnen hele leuke gesprekken uit voort komen.

Eerst maakt iedereen tegelijk geluid met zijn keukenattribuut. De meeste kinderen vinden dit geen muziek. Ze vinden het chaos en lawaai. Maar hoe kun je er dan wel muziek van maken?

Een van de kinderen denkt dat je dan meer om de beurt een geluidje moet maken. Maar als we dat geprobeerd hebben vinden we ook dat geen muziek. Het is dan gewoon een serie geluiden achter elkaar. Het was te saai.

We gaan iets anders proberen. Er komt steeds een ander geluidje bij, en iedereen die inhaakt, blijft vanaf dan doorgaan. Nu ontstaat er al snel een soort ritme.

‘Ja, nu is het muziek,’ vindt Joran, ‘je kan er een beetje bij swingen.’

Experimenteren

We experimenteren verder met wat meer afwisseling. Cis bedenkt dat je ook af en toe harder en zachter, en sneller en langzamer moet gaan.

‘Ja,’ roept Joran enthousiast, ‘we hebben een dirigent nodig!’

We wijzen een dirigent aan en spreken de gebaren af. Het swingt al snel de pan uit. Letterlijk en figuurlijk. Maar een van de kinderen vindt dat het vals is.  We stoppen even met muziek maken en gaan nadenken over wat muziek eigenlijk is.

Is valse muziek ook muziek?

‘Jawel,’ vindt Cis.

Orde en ritme

Muziek met keukenspullenWat zorgde ervoor dat we dit wel muziek vinden?

‘We dachten meer na over wanneer we iets gingen doen.’

‘Er was een beetje orde,’ vult Mira aan.

‘Het was meer dan een ritme, we voegden er dingetjes aan toe,’ vindt ook Yasmin.

‘Dus we hebben het over variatie, orde en ritme,’ vat ik samen. ‘Hoort ritme dan echt bij muziek?‘

‘Ik denk dat er nog wel iets bij moet.’

‘Een band gebruikt altijd wel een ritme. Ze doen niet zomaar wat,’ weet Roy.

‘Alleen ritme is niet genoeg, denk ik. Dan heb je maar één klank,’ stelt Cis.

 

Wat heeft eigenlijk allemaal ritme?

‘Je hart.’

‘Het knipperen van je ogen.’

‘Je adem.’

‘Als een paard gaat galopperen of draven.’

‘Voetstappen.’

‘De klok.’

‘Goede voorbeelden zeg,’ complimenteer ik. ‘Allemaal geluiden met een zeker ritme. Maar dan vraag ik me af, is er verschil tussen geluid en muziek?’

Geluid of muziek?

‘Geluid is gewoon geluid en muziek vind je mooi,’ vindt Yasmin.

‘Maar…’ voeg ik eraan toe, ‘dan is muziek die je niet mooi vindt dus geen muziek.’

‘Maar een boormachine is geluid, dat is niet fijn om te horen,’ legt Yasmin uit.

‘Maar je stem is ook geluid. En dat kan ook muziek zijn,’ vindt Joran.

‘Muziek is geluidjes waar iets bij zit, zoals een melodie, variatie, en zo,’ probeert Cis het te definiëren.

‘Er moet ook wel eens een beetje pauze in zitten,’ weet Mira.

Ik kom nog even terug op de boormachine: ‘Kun je met een boormachine muziek maken?’

‘Ja,’ roept Roy enthousiast, ‘dan doe je hem steeds even aan en weer uit.’

‘Dat zou best leuk zijn! Een bouwvakkersorkest!’ val ik hem bij. Ook vraag ik me hardop af: ‘Kun je met alles muziek maken?’

Muziek van de natuur

Kunnen bomen muziek maken?‘Niet met poep,’ denkt Roy.

Joran denkt daar anders over. ‘Wel hoor, als je aan het poepen bent en je hebt allemaal kleine drolletjes. Dan gaat het van plons, plons, plons. Dat kan muziek zijn!’

We zoeken nog even verder naar de grenzen van muziek. Kunnen bomen bijvoorbeeld muziek maken?

‘Het geritsel van de bladeren,’ denkt Cis.

‘Maar dat doet de wind,’ merkt Mira kritisch op.

‘Een boom kan niet muziek maken in zijn eentje,’ trekt Joran als conclusie.

Ik breng een nieuw voorbeeld in: ‘en de auto’s die over de snelweg racen, is dat muziek?’

‘Dat hangt ervan of je het mooi vindt.’

Wie bepaalt dat?

‘Dus of iets muziek is ligt aan degene die luistert?’

‘Dat kan niet. Want als ik dan niet van Boef hou, kan ik zomaar zeggen: dat is geen muziek. Dat is raar,’ bedenkt Cis.

‘Het is muziek als er muziek gespeeld wordt. Dus de muzikanten bepalen of het muziek is. Degene die het speelt,’ vindt Cis.

‘Of degene die de muziek schrijft,’ voegt Yasmin eraan toe.

‘Ik denk een beetje allemaal samen. De schrijvers, makers, dirigent en luisteraar!’ bedenkt Roy slim.

‘Dus dan kunnen wij beslissen dat wij muziek maken?’ vraag ik terwijl ik mijn pan en pollepel in de lucht hou.

Daar zijn de kinderen het helemaal mee eens en daarom maken we samen nog een paar mooie liedjes.

Experimenteren en filosoferen

Ga je dit ook proberen met de kinderen in je groep? Het is een mooie, speelse en onderzoekende activiteit met kinderen die prima op de bso past. Je zou misschien niet snel op het idee komen om dit filosoferen te noemen. Bij filosofie denk je misschien aan grijze mannen met baarden die over heel abstracte, saaie dingen nadenken. Maar dit onderzoek naar wat muziek is, is ook filosofie. Filosofie is namelijk gewoon nadenken over vragen als:

  • Wat is muziek?
  • Wat is geluk?
  • Wie bepaalt wat normaal is?
  • Wat is lelijk?
  • Wat is eerlijk?

Zulke vragen leveren ontzettend leuke gesprekken op.

Praatprikkelpakket

Wist je dat er een aantal leuke spellen, kaartensets en verhalen zijn waarmee je makkelijk zulke gesprekken kunt voeren? Ze zitten in een voordelig Praatprikkelpakket waarmee je op de kinderopvang leuke gesprekken met kinderen kunt voeren.

Gerelateerde berichten