Een wit spoor is zichtbaar op de stoep, alsof een kind met stoepkrijt een hele lange lijn heeft willen maken. Af en toe is er een korte onderbreking. Ik kijk vooruit om te zien wie het spoor maakt. Ik zie een man met een boodschappenkarretje. Het geluid van een krassend karretje over de stoep dringt nu ook tot mij door. De man heeft het niet gemakkelijk. Het rechterwiel van zijn karretje ontbreekt. Het kost hem aardig wat moeite om de 10 kilo vacuüm verpakte zak rijst en een jerrycan olie van gelijk gewicht voort te trekken. Hij stop weer even. Hij loopt om zijn karretje heen en wil waarschijnlijk het probleem oplossen. Ik houd ook mijn pas in. Ben nieuwsgierig of hij een oplossing ziet voor dit probleem. Ik denk ondertussen op afstand mee.
Hij duwt en trekt de zak wat heen en weer en vervolgt zijn weg. Hij ziet de oplossing niet, die ik denk te zien. Uiteraard weet ik niet of het zal werken, maar het is het proberen waard. De jerrycan hangt aan de zijkant van het karretje aan de zijde waar het wiel ontbreekt. Aan de ander kant zie ik zo’n zelfde haak. Het verplaatsen van de olie gevulde jerrycan zorgt denk ik voor meer balans zodat het gewicht iets meer steunt op het overgebleven wiel. Ik besluit hem te gaan helpen, wanneer hij de weg oversteekt. Te laat.

Creatief denkvermogen

Ik realiseer mij dat dit soort situaties leuke activiteiten zijn voor kinderen. Er is een probleem en hoe kun je dit oplossen. Het proces om tot iets te komen, spoort het creatief denkvermogen aan. Je kijkt, denkt, probeert en herhaalt dit tot er iets uitkomt dat functioneert naar tevredenheid of het probleem oplost.

Zo heb ik ooit in het verleden met oudere peuters het probleem van de beer op de kast opgelost. Hoe krijgen wij de beer van de kast? De kinderen stonden allemaal op hun tenen en strekten zich uit. De beer lag te hoog. Een kind zag dat ik langer was -misschien kon ik erbij. Ook mij lukte het niet. We gingen even rustig zitten en rondkijken. Konden wij iets vinden op de groep dat langer was dan ik? Al snel kwamen de kinderen op de meest wilde ideeën. Op elkaar staan, op de tafel staan, stapelen van stoelen en dan weer op tafel zetten. Ik heb de stoelen op elkaar gestapeld om te laten zien dat die constructie wel wat wankel was. Ook kwamen wij tot de conclusie dat stoelen op de tafel zetten best gevaarlijk was en de tafel met wielen was ook niet echt veilig.

Een jongetje kwam met het idee om zijn vader te vragen. Die was groot en sterk. De ander bedacht zich dat zijn vader brandweerman was en die hadden een ladder. Klinkt als een plan, maar hoe kregen wij de brandweerauto binnen op de groep? Het was een best lastige opgave. Hoe krijgen wij de beer van de kast?

Probleem oplossen

Dit was het moment dat ik een balletje opgooide. Een ladder? Hadden wij een ladder nodig? Met het groepje oudere peuters gingen we langs de groepen? Is er hier een ladder? De kinderen kregen te horen dat deze niet op de groep stond, maar een pedagogisch medewerker had wel een ladder in het berghok zien staan. En ja hoor, daar stond de ladder. De kinderen waren helemaal door het dolle heen. Het was zo spannend.

Snel naar de groep om te kijken of dit de oplossing was. Je raadt het al, het is gelukt. Iedereen wilde met de beer spelen, maar na een paar minuten lag de beer gewoon weer waar die heel vaak lag…. in het verdomhoekje.

Wil je een soortgelijke activiteit organiseren, zorg dan er een oplossing aanwezig is. En voer het ook uit, anders is het zo frustrerend voor de kinderen. Veel plezier!

Gerelateerde berichten