Het is zo mooi om te zien dat sommige kinderen van nature zelfverzekerd zijn. Bij het leren van taal bijvoorbeeld. Tijdens de oefeningen hoor ik vaak: ‘Ik weet het nog niet’. Met andere woorden: ‘Dat heb ik nog niet geleerd. Dat komt nog, want ik moet nog zoveel leren’. Zei ík het maar wat vaker. Je kent het wel. Iemand vraagt je iets maar je hebt het antwoord niet meteen. Je denkt je een kriek, worstelt je in een antwoord om juist niet te hoeven zeggen: ‘Ik weet het (nog) niet’.
Taal leren
Een intrinsieke motivatie om klanken, woorden, zinnen te leren is er bij kinderen bijna altijd. Veel of maar een beetje; het is er. Willen weten hoe de dingen heten. Ik vind het dan leuk om de woorden uit te leggen of ze uit te beelden. ‘Wat is dat eigenlijk, een buiging?’. ’Wacht, ik laat het je zien’.
Uitbeelden
Met een jongen van 5 jaar oefen ik met een methode waarbij hij aan de hand van pictogrammen zinnen leert vormen. Een beetje saai maar om het leuk te maken verzon hij dat het grappig is om de zinnen uit te beelden. We lezen ‘De jongen valt’. Er volgt een enthousiaste clownsact waarbij de clown onhandig uitglijdt. ‘De jongen slaapt’. Snurkgeluiden vullen de kamer. ‘Hij zit sinds een week op theatercursus’, zegt zijn moeder.
Het allermooiste vind ik de woorden die kinderen zelf bedenken. Voor ons grote mensen is dat moeilijk, omdat in onze hoofden de meeste begrippen al bestaan. Wij kennen de meeste dagelijkse woorden wel. Kinderen nog niet.
ijzondere doe-het-zelf-woorden houd ik in een boekje bij. Laatst weer eentje gevonden. Bij een plaatje van een kam en mijn vraag: ‘Wat is dat?’ zei een jongen: ‘Een harenbezem? Ik weet het nog niet’.
Lotte Endendijk werkte tot 2019 als allround logopedist en is inmiddels freelance tekstschrijver.