Als de planken van je materiaalkast beginnen door te buigen staan er misschien gewoon te veel spullen in. De grote kast met behandelmateriaal staat in de mini-gymzaal van onze fysiotherapeuten. Collega’s die de binnenkant van de kast terloops zien, schieten vaak automatisch in de lach. ‘Wat staat daar ongelooflijk veel in!’ Stapels spelletjes, bakken met woordkaarten, mappen met opdrachten, ballen, houten fruit, knuffels en mandjes. De heilige graal van onze praktijk. Als ik de kinderen meeneem om uit de kast een spelletje te kiezen, valt hun mond vaak open van verbazing.
Spelmateriaal in de logopediepraktijk
Tijdens de logopedie gebruiken we vaak speelgoed. Vooral bij peuters, bij wie de taalontwikkeling niet op gang komt en bij de eenwoordszinnen blijft hangen. Ik probeer taal dan spelenderwijs uit te lokken. Samen met de ouders op de mat op de grond, ook die nette kantoorvader in pak. Spelen doe je immers samen. Maar hoe lok je een korte zin bij je kleintje uit? Hoe laat je peuters kennis maken met verschillende zinsconstructies?
Al samenspelend zinnetjes aanbieden
Spelenderwijs laten we de speelgoeddieren lopen en eten: ‘die lopen’, ‘die eten’ en ‘die slapen’. Of we spelen met de kleine boodschapjes: ‘die drinken, ‘ik die eten’ of ‘appel eten’. Het blijft spannend om uit te vissen of er echt koekjes en hagelslag in de kleine kartonnen pakjes zitten.
Bij de groene, zachte krokodil durven we heel kort onze vinger tussen de scherpe tanden te houden: ‘pas op!’. Of we verdelen de spulletjes die bij het bad en het bed horen: ‘in bad’, ‘in bed’ of ‘die in bed’ en later ‘die moet in bed’. Aan het eind van de sessie ruimen we samen alles op: ‘die ook’ of ‘die ook erin’.
Mijn kopieerblad met daarop zo’n 15 getekende plaatjes van kapotte voorwerpen maakt altijd veel los. Om de beurt pakken we een plaatje uit het stoffen zakje: ‘fiets kapot’, ‘bed kapot’, ‘pop kapot’ en ga zo maar door. Seconden lang wordt er naar het plaatje van bijvoorbeeld de kapotte beker gestaard. En vervolgens naar mamma of mij. ‘Geen goede zaak, dit’, lees je in de ogen van het kind.
Zo ontdekt het kind tijdens het samen spelen een nieuwe zin. Per sessie staan er één of twee centraal. Spelen en veel herhalen. En wat is het dan mooi als je ineens dat ene zinnetje hoort.