Leg een bloemkool in de kring en voor je het weet ben je met kinderen aan het filosoferen. Zoals deze kleuters.
Met een groepje van tien kleuters zat ik in de kring. Ik legde de bloemkool in het midden van de kring op een mooie pilaar. Toen stelde ik de volgende vraag: stel dat deze bloemkool kan praten, wat zou je hem dan willen vragen?
‘Niet!’ roept Daan meteen. ‘Hij kan niet praten!’
‘Nee, niet echt, we doen alsof. Dus stel, hij kan antwoord geven op de vragen die je stelt, wat zou je dan willen weten? Wat zou je hem dan willen vragen?’ herhaal ik.
De vragen vliegen de bloemkool al snel rond de oren.
‘Waarom bestaat een bloemkool?’
‘Waarom is een bloemkool wit?’
‘Waarom zit er schil om de bloemkool?’
‘Wat is dat zachte?’
‘Waarom bestaat er eigenlijk bloemkool?’
‘Waarom hij een beetje zo ruw is…’
‘Waarom kun je bloemkool opeten?’
‘Wat zit er allemaal in jou?’
‘Waarom lijkt bloemkool zoveel op broccoli?’
‘Waarom lijken de witte stippen wel een beetje op popcorn?’
‘Waarom is bloemkool zo koud?’
‘Omdat hij dood is!’ roept Sara.
Bloemkool, leef jij?
‘Leeft de bloemkool niet meer dan?’ vraag ik.
‘Nee, want hij heeft geen ogen, geen oren en geen benen en geen armen.’
Dat heeft een boom ook niet. Leeft een boom dan ook niet?
‘Jawel, die leeft want hij groeit! Een boom groeit dus hij leeft.’
Oké dus als je groeit dan leef je.
‘Ja, want hij beweegt en dan leef je.’
‘En groeit de bloemkool?’
‘Ja!’
Nu ook nog?
‘Eh nee nee, nu niet meer.’
‘Omdat hij niet meer aan een steeltje zit.’
‘Hij leeft nog wel want hij is nog niet opgegeten.’
Wat als we de bloemkool vergeten?
‘Aha, dus jij denkt dat hij pas dood is als hij helemaal is opgegeten?’
‘Ja, want dan zie je hem ook nooit meer terug.’
En als niemand hem opeet en we laten hem hier het hele jaar lang liggen. Hoe zou hij er dan uitzien ?
‘Heel dik!’
Hoezo dik?
‘Nee, ik weet hoe die er dan uit ziet!’ roept Julian ineens uit.
Nou?
‘Helemaal verrot.’ Hij kijkt er triomfantelijk bij. ‘Net als een appel.’
‘Ah ja, dan gaat hij rotten. En zou hij dan op een dag helemaal weg zijn denk je?’
‘Nee, dan is hij gewoon een beetje te verrot om op te eten en dan is hij niet echt lekker meer.’
‘Blijft de bloemkool eeuwig bestaan dan?’
‘Bacteriën gaan hem dan opeten.’
‘Ja, en dan is hij helemaal dood.’
En zo kun je dus spelenderwijs een filosofisch gesprek met kleuters voeren. Ontzettend goed voor hun woordenschat en persoonsvorming. Dat blijkt ook uit onderzoek.
Als je het leuk lijkt om zulke gesprekken te voeren dan kun je ter inspiratie hier meer filosofische gesprekken met kleuters teruglezen: Filosoferen met kleuters. Ook vind je op mijn site diverse Prentenboeken om mee te filosoferen die je kunt gebruiken om een filosofisch gesprek met kleuters te voeren.